Getuigenis Flore (17)

Vorig jaar overleed de oma van Flore De Vogelas (17). Dit was erg zwaar voor Flore. Lees hier hoe ze met dit grote verlies is omgegaan.

Ongeveer een jaar geleden, op 25 oktober 2020, is mijn mémé overleden.
Ze was 69 jaar. Ze leed aan COPD, een ongeneeslijke ziekte waarbij de longen chronisch ontstoken zijn.
Mémé was een hele actieve vrouw. Vier jaar geleden is mijn pépé gestorven, daarna begon het minder goed met mémé te gaan.
De laatste twee jaren van haar leven moest ze vaak met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht worden, omdat ze zoveel last had van haar longziekte.
In een periode dat het eigenlijk best wel oké ging, is ze ‘s nachts in haar slaap overleden in het huis waar zij en pépé altijd gewoond hebben.
Mama kwam me het nieuws ‘s ochtends vertellen. Het was best raar, want ik voelde niks.
Ik weet niet of dat kwam door de shock, of omdat ik het eigenlijk niet kon geloven.

Die dag zijn mijn ouders en andere familieleden naar het huis van mémé gegaan.
Er moest vanalles geregeld worden voor de begrafenis, maar er moesten ook beslissingen genomen worden over wat er met het huis en de inboedel zou gebeuren.
De begrafenis was nog dezelfde week. Er werd heel veel gehuild.
We hebben een grote familie, en mémé was een graag geziene vrouw. Het was een vermoeiende en zware dag vol emoties.
Door corona was er geen koffietafel, iets waar ik eigenlijk wel blij om was.
Na de crematie zijn mijn ouders en ik nog naar het huis van mémé gegaan. Daar hebben we samen met ons gezin gegeten.
Dat klinkt misschien een beetje raar, maar voor ons was dat een mooi moment.

De maanden nadien heb ik veel geweend. Gelukkig kon ik altijd bij mijn ouders en bij mijn beste vriendinnen terecht.
Dat heeft heel veel voor mij betekend, dat zij steeds bereid waren om te luisteren.
Ik heb heel veel geschreven, overal slingeren nog boekjes van me rond. Het onder woorden brengen van mijn emoties hielp me echt om ze wat meer los te kunnen laten.
Ik schreef alles neer; gedachten en gevoelens, soms maakte ik ook gedichten of liedjesteksten.

Op een dag merkte ik dat mémé niet meer continu in mijn hoofd zat. Dat vond ik erg.
Ik voelde me schuldig omdat ik niet meer heel de tijd aan haar dacht.
Ik was bang dat ik alle mooie en fijne herinneringen aan haar stilletjesaan ging vergeten. Daarom ben ik nóg meer beginnen schrijven.
Elke herinnering die ik aan mijn mémé had, schreef ik op in een boek.
Nu is het minder erg wanneer ik een tijdje niet aan haar denk, omdat ik niet meer bang ben de mooie herinneringen te vergeten.
Als de herinneringen dan soms een beetje vager worden, kan ik ze altijd opnieuw bovenhalen en lezen.

Hoedanook is ze nog vaak in onze gedachten. Voor ze stierf, had ze een nieuwe lamp gekocht voor in haar woonkamer. Die lamp hangt nu in mijn slaapkamer.
Ik heb ook wat van haar kleren meegenomen. Niet om die te dragen, want onze stijl verschilde wel wat. Maar soms ruik ik er aan, en dan ruik ik mémé. Dat vind ik fijn.

Vroeger kocht mémé kindersurprises voor ons, van die chocolade eitjes met een mini speelgoedje in. Elke 25ste van de maand kopen we die nu met ons gezin.
Het is een fijne gewoonte en dan weten we dat ze in onze gedachten is. In ons hart zit ze altijd.
Het gaat wel goed nu hoor. Soms nog word ik overvallen door verdriet omdat ik haar plots heel erg kan missen.
Maar dan babbel ik erover met mijn beste vrienden of met mijn ouders. Dat helpt echt.