Getuigenis Leander

In april 2020 werd Leander* besmet met het coronavirus COVID-19. Zijn herstel verliep erg moeizaam, met grote gevolgen voor zijn zelfbeeld.
Lees hier zijn verhaal.

Vorig jaar, halverwege maart, ging het land op slot. We wisten nog niet veel over het coronavirus en over hoe besmettelijk het was.
De maatregelen van de overheid waren zo drastisch, dat het wel serieus moest zijn.
Mijn ouders en ik namen het advies van de overheid ernstig. We bleven thuis en beperkten ons tot de meest noodzakelijke verplaatsingen.
Soms gingen we oma en opa bezoeken. Ze stonden dan op hun balkon en wij op straat; zo konden we elkaar toch nog zien.
Ik ben die periode eigenlijk maar één keer onder de mensen geweest, om studieboeken te gaan halen. Iets later werd ik ziek.

De eerste weken waren ronduit verschrikkelijk. Ik was zó moe en uitgeput dat ik de trap niet meer op kon.
Mijn longen brandden bij de kleinste inspanning en het grootste deel van de dag bracht ik al slapend door. Ik sliep gemakkelijk 16 uren per dag.
Mijn ouders installeerden me in het bureel van mijn vader op de benedenverdieping, zodat ik daar in quarantaine kon herstellen.
Wanneer ik de badkamer gebruikte om te douchen, werd die nadien volledig ontsmet.
Mama en papa brachten eten via het raam. Na een drietal weken was ik dan ‘genezen’.

Maar eigenlijk begon de miserie toen pas echt.
Maandenlang bleef ik extreem uitgeput en vermoeid. Ik sliep keiveel.
Alles wat ik ondernam, kostte me heel veel energie: na twintig minuten was ik helemaal uitgeput.
Gaan wandelen lukte amper, studeren al helemaal niet. Hoe hard ik ook wilde, de concentratie was er gewoonweg niet.
Ik vond dat echt heel frustrerend, omdat ik altijd goed kon studeren en ik nu mijn derde jaar aan de unief helemaal zag mislopen.

Wanneer ik niet goed in mijn vel zit, of wanneer het leven niet loopt zoals ik wil, dan is sport mijn nummer één uitlaatklep. Ik heb dat echt nodig om mij goed te voelen.
Voor ik ziek werd, speelde ik korfbal in clubverband en ging ik meermaals per week hardlopen. Hoofdje leegmaken en gewoon gaan!
Maar door mijn ziekte kon ik amper naar de bakker om de hoek wandelen.
Na vier maanden revalideren nam ik deel aan een korfbaltraining. Mijn longen deden zo’n pijn dat ik moest opgeven.
Van de longarts kreeg ik een puffer die ik nog steeds gebruik.
Omdat ik niet kon sporten op het niveau van voor mijn besmetting, kwam ik veel bij. Zeker tien kilogram.
Ik zat slecht in mijn vel, en de gewichtstoename maakte het alleen maar erger.

Dit veranderde toen mijn 70-jarige buurman Ludo op een dag voorstelde om samen te gaan fietsen.
Ik mocht één van zijn koersfietsen gebruiken; Eddy Merckx himself had er nog op gereden. Dat was zalig!
Op een rustig tempo kon ik eindelijk terug beginnen sporten. Fietsen voelde voor mij minder belastend dan hardlopen en ik kon mijn conditie stilaan weer opbouwen.
Nu fiets ik zeker drie keer per week, telkens een rit van ongeveer honderd kilometer. Soms rijd ik met Ludo, maar er zijn ook een paar goede vrienden waar ik mee ga fietsen.
Het is supertof om in kleine groepjes te doen. Het sociaal contact is fijn, maar ik kan ook gewoon mijn koppeke leegmaken.
Gisteren had ik mijn eerste korfbaltraining sinds vorig jaar en ik was zo zenuwachtig. Het ging echter heel goed; ik ben blij!

Studeren gaat nog altijd heel moeizaam. De concentratiestoornissen blijven, en volgens de dokter kan dit nog wel even duren.
Mijn ouders steunen me enorm en ze hebben voorgesteld om mijn vakken aan de unief te spreiden. Hierdoor zal ik later afstuderen.
In het begin vond ik dat wel erg, maar nu kan ik dat al beter relativeren. Ik ben gewoon blij dat het wat beter gaat.

*Leander is een fictieve naam